zondag 23 november 2014

Trip 27 : Underhill Farm Cemetery, La Plus Douve Farm Cemetery, Ration Farm (La Plus Douve) Annexe, St. Quentin Cabaret Cemetery, Kandahar Farm Cemetery en Wulvergem Churchyard.

Datum 23/11/2014
Begraafplaatsen: Underhill Farm Cemetery, La Plus Douve Farm Cemetery, Ration Farm (La Plus Douve) Annexe, St. Quentin Cabaret Cemetery, Kandahar Farm Cemetery, Wulvergem Churchyard
Afstand : 171 Km
Weer : Zonnige frisse mooie dag
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaege, Daphné Vangheluwe en Monique Duhayon



Info :

Zondag 23 november 2014 trokken we na een veel te korte nacht terug op pad om Trip 27 te gaan rijden. Een trip die ons naar Wulvergem zou brengen in de Westhoek naast Mesen, het dorp waar we gisteren Trip 26 hadden gereden. Zou het niet beter zijn geweest indien we er zouden zijn blijven slapen?




We vertrokken mooi op tijd in Moerkerke voor een rit van een dik uur richting Wulvergem waarbij we toen we bijna onze eerste bestemming hadden bereikt op enkele tientallen meter van het Ploegsteert Memorial rechts dienden af te slaan. We waren beiden heel nieuwsgierig of de PRWWI In Rememberance kruisjes er nog zouden staan die we hier tijdens onze 3de rit van 30 juli j.l. hadden achtergelaten er nog zouden staan. Op 16 oktober was Koning Philippe hier op bezoek geweest, toen men hier langsheen de frontlijn fakkels had aangestoken. Op de rechtstreekse tv uitzending zagen we dat ons kruisje was verdwenen zodat we dit nu met eigen ogen wilden zien. We stopten bij het Ploegsteert Memorial dat vol, maar dan ook vol lag met In Remembrance kruisjes, Poppys en Poppy-kransen. We wandelden rond in het Memorial en gingen op zoek naar het PRWWI kruisje. Helaas, toen we helemaal rond waren geweest kwamen we tot de conclusie dat het was verdwenen. We gingen eveneens een kijkje nemen op Berks Extension Cemetery waar we bij het Cross of Sacrifice eveneens een kruisje hadden achtergelaten. Ook hier was het verdwenen. Dan maar eens gaan kijken aan de overkant van de straat waar we ook een kruisje hadden achtergelaten op Hyde Park Corner Cemetery. Alle kruisjes leken verdwenen te zijn, wat we beiden heel spijtig vonden.

Van Ploegsteert Memorial gingen we verder op pad en stopten om 10u10 voor Underhill Farm Cemetery, welke ons liet weten dat we ondanks ons vlugge bezoek aan Ploegsteert Memorial, nog steeds 5 minuten vroeger waren dan voorzien. Terwijl we in de wagen ons lijstje overliepen en de historische data bekeken passeerde er een auto die ook aan de begraafplaats parkeerde. Volgens Stuart, die blijkbaar een iets wakkerder was dan Kurt waren dat 2 mensen die ons vandaag zouden volgen. Van Patrick, die ons vandaag eveneens zou volgen was nog geen enkel spoor te bekennen. Net toen we waren uitgestapt en onze pipes gingen tunen stopte Patrick met zijn mobilehome eveneens voor de begraafplaats.







Underhill Farm Cemetery werd aangelegd tijdens de Tweede Slag om Mesen (ook bekend als de Mijnenslag om Mesen) en bleef gesneuvelden ontvangen tot oktober 1918. Het ligt aan de voet van Hill 63 en is vernoemd naar de nabijgelegen boerderij die de bijnaam Underhill Farm had gekregen. Underhill Farm en Red Lodge waren de namen van twee gebouwencomplexen aan de noordwestelijke hoek van Ploegsteert Wood. Ze werden door het leger gebruikt als verbandplaatsen waar de gewonden werden heen gebracht en in de onmiddellijke nabijheid werd vanaf juni 1917 de begraafplaats aangelegd, waar tot in januari 1918 lichamen werden bijgezet. De plek droeg toen als naam "Military Cemetery at the foot of the Nightingale Hill". In de lente van 1918 viel de zone in Duitse handen maar werd in september weer heroverd. Tot aan de Wapenstilstand werden er gesneuvelde Commonwealth soldaten bijgezet. De begraafplaats herdenkt 103 Britten, 1 Canadees, 47 Australiërs en 39 Nieuw-Zeelanders. Er zijn 9 slachtoffers die niet meer geïdentificeerd konden worden. Vijf slachtoffers worden herdacht met Special Memorials omdat de juiste plek waar ze begraven werden niet meer kon worden bepaald.
De twee personen in de andere auto die ondertussen reeds waren uitgestapt en die zich wat later voorstelden als Daphné Vangheluwe en haar moeder Monique, bleken inderdaad onze volgers voor vandaag te zijn. Na elkaar een goeie dag te hebben gezegd deed Stuart zowat een beetje alles uit de doeken van hoe de dag zou verlopen en hoe we te werk gaan terwijl Kurt Patrick verwelkomde voor zijn tweede dag. Niet veel later gingen we aan de slag en alles bleek heel nat te zijn door de ochtend dauw. Onze pipes werden terug op een canvaszeil gelegd om ze te beschermen tegen de nattigheid terwijl we de begraafplaats overliepen. Stuart ging opzoek naar de graven die we hadden uitgezocht voor het item, het verhaal of de man achter de steen, terwijl Kurt op zoek ging naar speciale grafopschriften. Hier en daar stond een Nieuw Zeelandse vlag bij een graf, maar ook Canadese vonden we er terug.






Corporal Francis Horward Vercoe DCM and Bar. 
Service number 54571. 145th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Hij kreeg zijn DCM (Distinguished Conduct Medal) voor ‘Gallantry’ nabij Ieper in januari 1915. De ‘Bar' werd toegevoegd nadat hij enkele maanden later een zwaar gewonde officier redde, waarbij hij ook gewond raakte, een actie die later ook werd gepubliceerd in “Deeds that thrill the Empire”. 
Ook een mooi epitaaf: “God will link the broken chain closer when we meet again”. 
Hij sneuvelde op 4 juni 1917 toen hij een boek zat te lezen buiten zijn dugout. Hij werd 28 jaar. 
Zijn graf vind je terug in Rij A Graf 4.

Private George Mowat Dow. 
Service number 3137. 46th Bn. Australian Infantry, A.I.F.  
Volgens getuigenverslagen raakte hij gewond toen een Shell in zijn loopgraaf viel. Hij was op dat moment op ‘Fatigue Duty’ en moest goederen naar het front brengen. Hij kreeg de eerste zorgen en werd dan afgevoerd op een draagberrie, maar hij overleed onderweg naar het Dressing Station. Een andere getuige omschreef hem als: "Rather short, dark, clean shaven, came from Western Australia. I think his father was a baker.” 
Hij sneuvelde in de nacht van 16 juli 1917. Hij werd 23 jaar. 
Zijn graf vind je terug in Rij B Graf 19.

Private Vivian Ruru. 
Service number 16/1459. New Zealand Pioneer Battalion. 
Gesneuveld 14 augustus 1917, 21 jaar. Rij A Graf 31.

Lance Corporal John William Barker Elshaw. 
Service number 2882. 48th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 1 juli 1917, 25 jaar. Rij C Graf 19. 

Private William Hirst. 
Service number 240609. 11th Bn. East Lancashire Regiment.
Zijn vrouw publiceerde een maand na zijn dood een gedicht in een locale krant:

When alone with my sorrow, and bitter tears flow,
There stealeth sweet dreams of a short time ago,
And unknown to the world he stands by my side,
And whispers these words, “Death cannot divide”.

I little thought when I kissed him good-bye,
It was the last parting between him and I,
Not even his helpless form did I see,
But ever his memory clings fondly to me.

 From sorrowing wife and children, 17, Springfield Road.

Gesneuveld 28 september 1918. Hij werd 39 jaar. Rij D Graf 54.

Private Fred Leeming. 
Service number 15774. 11th Bn. East Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 28 september 1918. Rij D Graf 44.


Nadat we rond waren met ons werk werden Daphné en Monique even op de hoogte gebracht van hetgeen ging volgen waarna we naar het Cross of Sacrifice trokken waar onze pipes lagen. We gingen tussen de graven en het Cross of Sacrifice staan en begonnen Flower of Scotland te spelen wat in dit ochtendlijk uur over de vlakte rolde en welke heel prachtig klonken. Het werd terug akelig stil nadat we de laatste noten van de tune hadden gespeeld. Stuart merkte op dat we toeschouwers hadden, een van de buren stond blijkbaar vanuit zijn tuin te kijken naar ons doen en laten en was waarschijnlijk gewekt door de klanken van onze pipes. Nadat we ook nog Amazing Grace hadden gespeeld werd het PRWWI In Remembrance kruisje gezet bij het Cross of Sacrifice met de hoop dat het hier op deze plaats zou blijven staan en niet zou verdwijnen zoals in Ploegsteert Memorial.





Niet veel later waren Daphné en Monique een beetje verrast toen hen werd gevraagd om mee op de groepsfoto te gaan, waar ze gretig op ingingen en waarbij we Patrick allen dankbaar waren om op het knopje van de camera te duwen en dan zonder vallen bij ons zou komen staan. Daphné liet haar nog ontvallen dat dit misschien ook wel een mooie foto kon opleveren indien er vooraan op de foto enkel een paar benen en voeten te zien zouden zijn. Na het nemen van de groepsfoto gingen we op zoek naar het register wat we terug vonden bij de ingang in een van de palen waar het toeganghek aan hing. Het register kende een laatste input van 16 november 2014 van een zekere Mark Dinan uit Lantz, Nova Scotia - Canada. In het kastje vonden we ook een geplastificeerd blad terug dat was achtergelaten door Flora & David Falanaki uit Nieuw Zeeland die hier op 21/09/2013 op bezoek waren geweest nadat ze hier op deze begraafplaats een verwantschap hadden gevonden. We maakten ons klaar om verder te gaan op ons pad en verlieten deze mooie begraafplaats om  11u.






Private Ponga Winiana. 
Service number 16/1462. New Zealand Pioneer Battalion. 
Hij kreeg bezoek van verwanten op 21 september 2013. 
Gesneuveld 14 augustus 1917. Rij A Graf 32.

We hadden nog maar enkele honderden meters gereden toen Patrick, die voor ons reed met zijn mobilehome hard in de remmen ging toen er halfweg de Rozenbergstraat, waar de weg een beetje naar rechts draait, 3 reetjes door de haag naast de weg kwamen gevlogen, de weg over raasden en verdwenen in de velden aan de overkant van de weg. Onze kleine colonne bleef even staan om er zeker van te zijn dat er niet meer zouden volgen. Toen alles terug veilig bleek te zijn reden we verder tot het volgende T-punt. Daar gekomen sloeg Patrick rechts af terwijl de gps van Stuart's wagen ons liet weten dat we hier links dienden af te slaan. Wij sloegen links af omdat Stuart besloot om toch maar de gps te volgen van zijn auto. Daphné die achter ons aan reed was ook even de kluts kwijt omdat ze de een naar rechts zag rijden terwijl de andere links afsloeg. Ook zij besloot links af te slaan op dit punt en ons verder te volgen. Toen we zo'n 400 meter de Nachtegaalstraat waren ingereden, net voor de weg een bocht naar links maakte, stopte Stuart ineens in het midden van de weg. Kurt, die wat last had van ploegwerk en dus meteen niet wist wat er gebeurde vroeg aan Stuart wat er gaande was. "Kijk hier zijn ze terug" zei hij en terug zagen we de 3 reetje enkele meters voor onze wagen voorbij racen nu in de richting van de Ferme La Grande Plus Douve, de boerderij waar onze volgende stop zou liggen.




We kwamen aan op de La Grande Plus Douve boerderij en parkeerden de wagen naast een houten afwering. Een heel rare situatie hier omdat de weg hier stopt in het midden van de boerderij en van hieruit enkel langs een onverharde weg verder gaat in de andere richting. Ook merkten we op dat van Patick geen enkel spoor meer te vinden was. We trokken in de richting van de La Plus Douve Farm Cemetery die we opgingen om 11u06. Deze heel rustige en mooie begraafplaats heeft een heel onregelmatige vorm en is omgeven door een bakstenen muur. In de vallei van de Douve bevonden zich twee boerderijen. Een ervan, La Petite Douve, was in november 1915 het doelwit van een geslaagde aanval door het 7th Canadian Infantry Battalion. De andere die tijdens het grootste deel van de oorlog in Geallieerde handen was, werd gebruikt als bataljonshoofdkwartier. De begraafplaats werd gestart door de 48th (South Midland) Division in april 1915 en gebruikt tot mei 1918 toen ze tijdens het Duitse Lenteoffensief in Duitse handen viel. Nu ligger er 101 Britten, 88 Canadezen, 86 Australiërs, 61 Nieuw-Zeelanders en 9 Duitsers begraven.




We gingen de begraafplaats op over een betonnen bruggetje en troffen het Cross of Sacrifice aan op een verhoogd plateau dicht bij het toegangshek. Terwijl we onze foto's namen zagen we heel ver weg aan de horizon Patrick rijden in de andere richting. Waarschijnlijk betrouwde hij de onverharde weg, die door de regen van voorbije dagen was omgetoverd in een modderpad, niet helemaal. We vonden er een graf van Pte. W.H. Birbeck 5th Australian Pinoneers dat helemaal weg van de anderen tegen de omheiningmuur lag. Het was onlangs nog bezocht door nabestaanden die er een In Remembrance kruisje hadden bij geplaatst. Toen onze ronde van te zoeken graven er bijna opzat arriveerde Patrick met de fiets, naar eigen zeggen had hij zijn mobilehome geparkeerd bij St. Quentin Cabaret begraafplaats en per fiets naar hier gekomen omdat hij niet zeker was hoe de weg erbij zou liggen.















Private George Davis. 
Service number 408061. 13th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 2 maart 1916. Plot I Rij C Graf 20.

Private Louis Charles Blake. 
Service number 27168. 15th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 5 december 1915, 26 jaar. plot II Rij A Graf 2.

Private Morton Augustus Cameron. 
Service number 22557. 15th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 10 november 1915, 19 jaar. Plot II Rij A Graf 3. 

Private Francis “Frank” Pettigrew Blacklay. 
Service number A/21065. 16th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 26 oktober 1915, 23 jaar. Plot I Rij B Graf 14.

Private George Bryant Ayliffe. 
Service number  1811. 27th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 29 juni 1916, 19 jaar. Plot I Rij C Graf 6.

Sergeant William Patrick Fegan. 
Service number 26519. 14th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 27 november 1915, 39 jaar. Plot II Rij C Graf 4.

Corporal Ernest Edward House. 
Service number 47311. 14th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 30 november 1915, 23 jaar.

Lance Corporal Thomas John Northill. 
Service number 2707. 57th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 4 maart 1918, 22 jaar. Plot III Rij B Graf 7.

Private Harold Milton Wise. 
Service number 2755. 57th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 25 februari 1918, 23 jaar. Plot III Rij C Graf 7.

Company Sergeant Major James Scott. 
Service number 14/15892. 14th Bn. Royal Irish Rifles. 
Zijn verhaal vind je op volgende link http://www.armaghwarmemorial.com/story.asp?ID=70460 . 
Gesneuveld 22 januari 1917, 35 jaar. Plot IV Rij B Graf 5.

Sapper Frank William Wiltshire. 
Service number 12687. New Zealand Engineers. 
Hij kreeg onlangs nog bezoek van “De vrienden van In Flanders Fields Museum”.  
Gesneuveld 10 juni 1917, 23 jaar. Plot IV Rij E Graf 7.

We namen onze pipes op, die we in de buurt van het Cross of Sacrifice hadden achtergelaten op de omheiningsmuur, en besloten om midden tussen de graven onze tunes te spelen. Nadat we het statief waarop het fototoestel stond hadden opgesteld, begonnen we Flower of Scotland te spelen waarbij Patrick af en toe eens op het knopje ging duwen van het fototoestel. Niet veel later volgde de tune Amazing Grace waarbij Kurt ineens iets voelde kruipen op zijn achterhoofd. Iets kroop omhoog maar hij wist niet wat. Stoppen kon ook niet want we zaten midden in een tune. Bij het laatste deel van de tune zat het bovenop zijn hoofd en was op weg naar beneden, richting zijn gezicht. Toen de laatste noten van Amazing Grace klonken zag hij voor zijn oog een klein spinnetje kruipen dat hij ineens wegsloeg toen de tune was gedaan want het kriebelig beestje zat bijna in zijn neus. Nadat we ons van spinrag hadden ontdaan plaatsten we het PRWWI kruisje bij het Cross of Sacrifice en besloten we om de groepsfoto eveneens tussen de graven te nemen. Terug zagen we Patrick in onze gedachten vallen toen hij zich haastig in onze richting begaf nadat hij het knopje van de timer op de camera had ingedrukt. Dat was dan ook eens iets anders dan steeds 'cheese' te zeggen volgens Kurt.








Naast het toegangshek vonden we in een kastje het register terug dat laatst was ingevuld op 13 november 2014 door een zekere Chris Honoré uit Brugge. We vulden het register in en verlieten niet veel later om 11u50 deze mooie begraafplaats terug langs het modderig pad in de richting van de boerderij. 


We liepen langs de boerderij naar de andere kant, waar de Ration Farm (La Plus Douve) Annexe begraafplaats lag. In het midden van de hofstede stond een bekend groen wegwijzertje van de CWGC die ons bij de begraafplaats bracht langs alweer een keurig met gras bezaaid pad. Langs het honderd meter lange pad kwamen we aan om 12u00 op de Ration Farm (La Plus Douve) Annexe begraafplaats, een half uur later dan voorzien.





Deze lange smalle begraafplaats is omgeven aan 3 zijden met een bakstenen muur en aan de zijde van het Cross of Sacrifice een beukenhaag. In de vallei van de Douve bevonden zich twee boerderijen. Omdat in één ervan 's nachts rantsoenen konden worden gebracht, werd deze boerderij ook Ration Farm genoemd. De begraafplaats waar 186 Britten, 12 Australiërs, 4 Nieuw-Zeelanders en 1 Duitser worden herdacht, waarvan 9 niet meer konden worden geïdentificeerd, werd gebruikt van januari 1915 tot januari 1918.

Stuart ging meteen op pad opzoek naar de uitgekozen graven, terwijl Kurt merkwaardige grafteksten ging zoeken. Ook hier merkten ze beiden op dat verschillende grafstenen tegen elkaar stonden wat duidde dat men hier niet precies meer wist wie wie was, in feite kan men zich dit, de dag van vandaag,  niet voorstellen hoe dat kon. We vonden hier op het graf van Rifleman D. Thomas een graftekst waarop stond; Gone But Not Forgotten By His Wife And Seven Children, wat ons even liet nadenken over welk leed WWI achter liet bij het thuisfront. 








Private George Westbrook. 
Service number 7535. 1st. Bn. East Surrey Regiment. 
Gesneuveld 28 februari 1915. Plot I Rij B Graf 6. 

Private Frederick Edward Stanley. 
Service number 4392. "B" Coy. 9th Bn. East Surrey Regiment. 
Gesneuveld 14 juli 1916, 21 jaar. Plot III Rij A Graf 6. 

Private Precy William Ratcliffe. 
Service number 11807. 8th. Bn. Queen's Own (Royal West Kent Regiment). 
Gesneuveld 14 juli 1916, 20 jaar. Plot III Rij A Graf 4. 

Private David Turton. 
Service number 2625. 2nd Bn. Manchester Regiment. 
Gesneuveld 14 januari 1915. Zijn graf ligt alleen achteraan. 
Volgens de CWGC site omschreven als Plot I Behind Row D op de CWGC map met naam vermeld. 

Rifleman David Thomas. 
Service number 19/58. 15th Bn. Royal Irish Rifles. 
Treffend epitaaf : “Gone bit not forgotten by his wife and seven children”. 
Of hoe de oorlog niet alleen een effect had op de vele militairen. 
Gesneuveld 10 augustus 1619, 43 jaar. Plot III Rij B Graf 7.

We maakten ons niet veel later klaar om onze tunes te gaan spelen in de buurt van het Cross of Sacrifice. Zoals op elke begraafplaats die we vandaag hadden bezocht genoten onze volgers van de tunes die we speelden op de pipes waarna we het PRWWI kruisje neerplanten bij het Cross of Sacrifice. Patrick nam nog enkele foto's van het neergezette kruisje waarna we terug wandelden over de begraafplaats naar de ingang waar we het register zouden vinden welke een laatste input had op 12 november 2014 door een zekere Alex Sotheran - Rotherham (UK).









We verlieten Ration Farm (La Plus Douve) Annexe en wandelden heel rustig en ontspannend terug naar de auto. We vonden beiden dat het er vandaag precies veel rustiger aan toe ging dan de andere trips die we reeds hadden gedaan, veel ontspannender. Volgens Stuart kwam dat omdat we voor ons eigen hadden uitgemaakt dat we veel meer tijd hadden dan anders. De tocht zou rond 15u deze middag eindigen in het centrum van Wulvergem. Bij de auto gekomen vertrok Patrick direct met de fiets want zo te zien had hij een serieus klim voor de boeg van een dikke 600 meter. Net toen hij bijna helemaal boven was geraakt met zijn fiets passeerden we Patrick met de auto waarbij Kurt half door het raam hangend; "Allez, allez Mauris. Ge zijt er bijna, het peloton ligt op 2 minuten van hier " riep. Stuart en Kurt lagen plat van het lachen terwijl Patrick de laatste meters van de heuvel op pufte. Verder was het bergaf, door het dorp waar we de St. Quentin Cabaret begraafplaats zouden vinden.

Om  stipt 12u40 arriveerden we aan de ingang van St. Quentin Cabaret Cemetery waar we parkeerden aan de overkant van de straat. Eveneens stond hier ook Patrick's mobilehome geparkeerd en we besloten om maar eerst onze lunch te nuttigen want Stuart bleek uitgehongerd te zijn. Net toen we de lekker geurende koffie hadden uitgegoten arriveerde Patrick met de fiets waarna we allen iets aten tegenover de ingang van de begraafplaats. 



Na onze middaglunch trokken we rond 13u00 de mooie begraafplaats op waarbij het Cross of Sacrifice op de scheiding stond tussen de weg en de begraafplaats met links en rechts daarvan een zwaar smeedijzeren hek dat je toegang geeft tot St. Quentin Cabaret Cemetery.

Deze begraafplaats werd genoemd naar de herberg "St. Quentin Cabaret" dat destijds als bataljonshoofdkwartier gebruikt werd en dat hier vroeger in de buurt lag. De begraafplaats werd door de 46th (North Midland) Division gestart in februari 1915. De plaats lag enkele honderd meter ten zuiden van het dorpscentrum van Wulvergem en zo'n halve kilometer ten oosten van een hoeve die de Britten "Kandahar Farm" noemden en waar Kandahar Farm Cemetery werd aangelegd. Het gebied lag vlak bij het front, het grootste deel van de oorlog in Geallieerd gebied. De Britten startten de begraafplaats in februari 1915 en bleven deze gebruiken tot het Duits Lenteoffensief van 1918, toen Wulvergem in april in Duitse handen viel. In september werd het gebied weer heroverd. Op St. Quentin Cabaret Cemetery liggen 321 Britten, 68 Canadezen, 7 Australiërs, 64 Nieuw-Zeelanders en 2 Duitsers begraven. Het mooie aan deze grote en open begraafplaats vonden we de vorm, het was als eens soort spie met op de punt het Cross of Sacrifice.





We begonnen aan onze tocht op de begraafplaats, op zoek naar de verschillende graven die we later zouden gebruiken voor het verhaal achter de steen. We dwaalden verder terwijl Daphné en Patrick ook enkele foto's namen op de begraafplaats. Toen hij bijna klaar was met zijn ronde, zei Stuart ineens tegen Kurt; 'Valt je hier niks op?' Inderdaad een heel merkwaardig iets vonden we ook hier terug. Alle rijen van een plot zijn genummerd, ze dragen het nummer van het plot met een cijfer en de rijen worden benoemd met een letter. Toen Stuart hier opzoek was naar een bepaald graf telde hij stilletjes mee; 2G - 2H - 2J - 2K, enz... Ook hier had of vond men geen rij I in een plot II. Hetzelfde zoals op Coxyde Military Cemetery. Daar heeft Plot I wel een rij I maar alle andere plots niet. De reden daarvoor konden we niet direct vinden, het was alleszins een merkwaardig iets. Daphné, Patrick en Stuart hadden er elk een andere mening over zodat niemand van ons de ware reden kende, we zoeken verder.










Private J T McGaun. 
Service number 3552. 6th Bn. Northumberland Fusiliers. 
Er werd een mooi aandenken bij zijn graf geplaatst. 
Gesneuveld 24 juni 1915. Plot I Rij E Graf 10.

Lance Corporal Willis Elwin Adcock. 
Service number 63058. 4th Bn Canadian Infantry. 
Gesneuveld 15 november 1915, 25 jaar. Plot I Rij B Graf 7.

Rifleman William Henry Davidson. 
Service number 18/1241. 9th Bn. Royal Irish Rifles. 
Gesneuveld 11 december 1916, 25 jaar. Plot I Rij C Graf 38.

Rifleman William McKittrick. 
Service number 18/160. 13th Bn. Royal Irish Rifles. 
Gesneuveld 14 februari 1917. Plot II Rij A Graf 13.

Rifleman William McKittrick. 
Service number 18/160. 13th Bn. Royal Irish Rifles. 
Gesneuveld 14 februari 1917. Plot II Rij A Graf 13.

Private James Scanlon. 
Service number 12/2106. 1st Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 8 mei 1917. Plot II Rij E Graf 6.

Rifleman James McCullough. 
Service number 6846. 2nd Bn. Royal Irish Rifles. 
Gesneuveld 17 juli 1917, 22 jaar. Plot II Rij F Graf 1.

Lieutenant Herbert Alfred Christie. 
Service number 2/615. New Zealand Field Artillery. 
Hij was de jongste van zeven kinderen en ongetrouwd. Zijn vader, Walter Christie, diende bij de Wanganui Yeomanry tijdens de Nieuw Zeeland oorlogen in de jaren 1860. De familie van zijn moeder, Eliza McKain, waren bij de eersten die zich vestigden in Nieuw Zeeland vanuit het Verenigd Koninkrijk in 1841. 
Gesneuveld 2 juni 1917, 29 jaar. Plot II Rij J Graf 1.

Private William Charles Durrant. 
Service number 8346. 5th Bn. South Staffordshire Regiment. 
Hij werd in het hoofd geschoten door een Duitse sluipschutter. 
Gesneuveld 11 april 1915, 18 jaar. Plot I Rij F Graf 10.

Private Ewart Barratt. 
Service number 2223. 6th Bn. South Staffordshire Regiment. 
Hij was de jongste die sneuvelde tijdens ‘The Stafford’s Tour of Duty’ nabij Wulvergem, ook gekend als ‘Hellfire Corner’. Ewart had de Stafford Territorials vervoegd voor de oorlog en hij werd neergeschoten door een Duitse sluipschutter de dag voor ze de loopgraven mochten verlaten om wat uit te rusten. 
Gesneuveld 27 mei 1915, hij werd 16 jaar. Plot I Rij E Graf 17.

Private Charles Trevyllian Constant. 
Service number A/327. 1st Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 3 maart 1916, 20 jaar. Plot I Rij A Graf 1.

Private Charles Trevyllian Constant. 
Service number A/327. 1st Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 3 maart 1916, 20 jaar. Plot I Rij A Graf 1.
Vooraan op de begraafplaats tussen het Cross of Sacrifice en de graven was een grote ruimte waar enkel gemillimeterd gras stond met in het midden een grote halve cirkel Voorbij die cirkel met witte boordstenen lag de eigenlijke begraafplaats zo'n 40 centimeter lager. Net toen we onze tunes wilden beginnen spelen op de pipes kwam Stuart tot de conclusie dat aan de rechter kant van de begraafplaats een trapje, met eveneens witte boordstenen was. En dan maar zeggen dat Kurt last heeft van ploegwerk. Gans de tijd dat we onze tunes speelden stonden er een paar toeschouwers van op de weg te kijken naar ons of stopte er een auto om te kijken wat we deden. Nadat we gedaan hadden met spelen kwamen we beiden op het idee om het PRWWI kruisje eens voor de verandering bij een jong aangeplant boompje te plaatsen in plaats van bij het Cross of Sacrifice.





Nadat het PRWWI kruisje was gezet en de nodige foto's waren genomen besloten we om het statief met fototoestel op te stellen op het verhoog, uitkijken op het lagere deel, de begraafplaats waar wij zouden staan voor het nemen van de groepsfoto. Patrick kreeg weer de eer om op het knopje van de timer te drukken waarbij hij terug een eindje moest lopen om tijdig mee op de foto te staan. Wij stonden reeds allemaal klaar en zagen Patrick terug vallen toen hij op weg was om ons rijtje te vervoegen. Je moet dus niet altijd 'cheese' zeggen als er een foto wordt genomen. Na het nemen van de groepsfoto wandelden we naar het Cross of Sacrifice waar we in de voet ervan het kastje vonden waarin het register zat. Kurt bladerde er even in en kwam tot de ontdekking dat er een Poppy tussen een van de bladzijden zat, afkomstig van een familie uit Whakatane, Nieuw-Zeeland die hier op bezoek waren geweest voor William Henry Farron. We vulden het register in en er werd nog even nagepraat met Daphné en Patrick bij de ingang van de begraafplaats waarna we ons niet veel later klaar maakten om richting Kandahar Farm Cemetery te trekken. We verlieten deze mooie begraafplaats om 13u35 na nog een kop koffie te hebben gedronken aan de wagen.








We vervolgden onze weg doorheen het dorp waar we de laatste begraafplaats voor vandaag eerst voorbij reden om om 13u35 onze wagen te parkeren voor de Kandahar Farm Cemetery dat een dikke kilometer buiten het centrum lag van Wulvergem. Kandahar Farm Cemetery is omgeven door een natuurstenen muur tussen 2 boerderijen. De begraafplaats lag dicht bij een boerderij die door de Britten Kandahar Farm werd genoemd, naar een plaats in Afghanistan waar de Britten een basis hadden. Ze werd gebruikt vanaf november 1914 tot het voorjaar van 1918 toen de dorpen Wulvergem en Nieuwkerke tijdens het Duitse Lenteoffensief in vijandelijke handen vielen. Toen deze dorpen in september 1918 werden heroverd, werd de begraafplaats opnieuw gebruikt tot oktober van dat jaar. Onder de 446 slachtoffers bevinden zich 218 Britten (waarvan 11 niet geïdentificeerde), 186 Australiërs, 6 Canadezen, 33 Nieuw-Zeelanders en 3 Duitsers. Voor 1 Australiër werd een Special Memorial opgericht omdat zijn graf door artillerievuur werd vernietigd en niet meer teruggevonden werd. De begraafplaats werd in 2009 als monument beschermd.




We trokken de begraafplaats op en lieten onze pipes achter op een stenen bank aan de omheiningsmuur  waarna we foto's gingen maken van de graven waar we later iets meer historische achtergrond over zouden geven. Het Cross of Sacrifice stond vooraan op de begraafplaats met daar recht tegenover de gloednieuwe steen van E.B. Wilkins waarop we bovenaan 'Buried elsewhere in this cemetery' stond geschreven, wat ons liet weten dat de I.W.G.C. (Imperial War Grave Comission) wist dat hij hier zeker in de nabije omgeving reeds begraven werd, maar door de vele beschietingen zijn graf verloren was gegaan. We begonnen onze zoektocht over de begraafplaats tussen de andere graven die enkele meters verder stonden. Daphné en Patrick wandelden ook rond tussen de graven waarbij ze hier en daar wel eens een foto namen, terwijl wij hetzelfde deden voor onze research.
Hier had Stuart een redelijk lijstje af te werken dat op zich goed verliep. Toen hij Kurt tegenkwam achteraan op de begraafplaats liet hij deze dan ook meteen weten dat er 2 locaties niet klopten. Terwijl Stuart verder deed, ging Kurt om het namenregister van de CWGC. Niet veel later overliepen we de lijst en vonden algauw de oplossing voor een naam. Deze lag in een andere rij, ergens een schrijffoutje van iemand. De andere, Sgt. Alfred McDermott bleek niet te liggen waar hij zou moeten liggen zei Stuart. Bij nader onderzoek waren zowel onze gegevens en die van de CWGC identiek. Nog maar eens gaan zien toen we op weg waren naar de voorzijde van de begraafplaats waar we onze tunes zouden spelen.
Net voor we terug bij het graf waren viel Stuart zijn oog op wat hij naar eigen zeggen had kunnen weten, Kurt schoof het door naar, last van ploegwerk. Op het bewuste graf stond inderdaad A. Mack te lezen. Bovenaan de grafsteen stond in kleine lettertjes;  Alfred McDermott served as. Dus volledig werd het Alfred McDermott served as 7721 Sergeant A. Mack Cheshire Regiment, 31st Januari 1915, Age 40. Alles werd op die manier  opgehelderd en we gingen niet veel later verder naar het stuk gras tussen het Cross of Sacrifice en de graven om er onze tunes te spelen. 










Private A E Knight. 
Service number 61956. 18th Bn. York and Lancaster Regiment. 
Een mooi epitaaf geschreven door zijn vrouw: 
“ There’s a link death cannot sever. Loving memories last for ever. Mabel” 
Gesneuveld 5 oktober 1918, 39 jaar. Plot II Rij AA Graf 1.
Driver Alfred Cole (served as Plush). 
Service number 427. 110th Howitzer Bty. 10th Bde. Australian Field Artillery. 
Zijn familie vond hem terug op 25 april 2011. Zoals te lezen is op het aangebracht epitaaf. 
“Today we pause to remember those whom we have lost on these distant shores. 
Dear Great Uncle Alfred, you are found now, you are not forgotten, Nor will you ever be. 
As long as life and memory last, we will remember thee. 
The Cole Family, Australia 25-04-2011”. 
Gesneuveld 14 juni 1917, 31 jaar. Plot II Rij B Graf 11.

Gunner Peter Yule. 
Service number 5669. 3rd  A.F.A. Bde. Australian Field Artillery. 
Hij kreeg bezoek van Ronaldo Kusuma uit Reddam House, Sydney, Australië. 
Gesneuveld 21 juni 1917. Plot II Rij B Graf 38.

Captain Huntly Warwick Nicholson. 
1st Bn. Cheshire Regiment. 
Gesneuveld 17 november 1914, 25 jaar. Plot I Rij C Graf 11.

Lance Serjeant William Smith DCM (Distinguished Conduct Medal) en MM (Military Medal). 
Service number 66599. 99th Field Amb Royal Army Medical Corps. 
Gesneuveld 1 november 1917, 45 jaar. Plot I Rij D Graf 13.

Private Malcolm George McDonald. 
Service number 2124. 9th Coy. Australian Machine Gun Corps.  
In een park over het huis waar hij gewoond heeft staat een monument met zijn naam op. 
Het monument is te bekijken via volgende link. 
https://maps.google.com/maps?ll=-32.98851,151.71534&z=19&t=h&output=classic&dg=brw . 
Gesneuveld 28 juli 1917, 19 jaar. Plot II Rij F Graf 9.

Driver Martin Henry Farrington. 
Service number 21298. 110th Howitzer Bty. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 14 juni 1917, 21 jaar. Plot II Rij B Graf 17.

Drivers George Nixon en Harold William Williamson. 
Service numbers 19153 en 1840. 110th Howitzer Bty. 10th Bde. Australian Field Artillery. 
Broers, samen gesneuveld op 14 juni 1917, 35 en 30 jaar. 
En naast elkaar begraven in Plot II Rij B Graf 14 & 15.

Private Thomas Bernard Hall. 
Service number 31259. 1st Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 8 juni 1917, 26 jaar. Plot II Rij A Graf 6.

Lance Corporal Victor Dixon. 
Service number 244. 41st Bn. Australian Infantry, A.I.F. G
esneuveld 27 juni 1917, 27 jaar. Plot II Rij E Graf 13.

Serjeant Alfred McDermott (served as Mack) DCM. 
Service number 7721. 1st Bn. Cheshire Regiment. 
Hij kreeg zijn DCM, Distinguished Conduct Medal, in 1901 toen hij diende bij The Loyal North Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 31 januari 1915, 40 jaar. Plot I Rij D Graf 15. 

Private Allan McMaster. 
Service number 1885. 38th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 13 juli 1917, 20 jaar. Plot I Rij B Graf 18.

Private William Mills France. 
Service number 1745. 2nd Bn. Manchester Regiment. 
Gesneuveld 14 december 1914, 20 jaar.
Hij ligt samen begraven met 
Private Harry Edward Tasker. 
Service number 6017. 1st Bn. East Surrey Regiment. 
Gesneuveld 14 december 1914, 35 jaar. Plot I Rij B Graf 9.

Lieutenant Patrick Theodore Miller. 
12th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 28 december 1917, 30 jaar.

Lieutenant John Alexander Campbell. 
12th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 28 december 1917, 29 jaar. Plot II Rij H Graf 5.

Captain Pekama Kaa. 
Service number 16/620. New Zealand Pioneer Battalion. 
Gesneuveld 14 augustus 1917, 23 jaar. Plot II Rij G Graf 10. 

Gunner James Howie. 
Service number 126180. “A” Bty. 47th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 19 oktober 1917, 31 jaar. Plot II Rij G Graf 34.
Private Owen Wallace Baker. 
Service number 1867. 34th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 29 juli 1917, 22 jaar. Plot II Rij F Graf 10.

Captain Donald Gordon McHattie, MiD. 
3rd Div. Train Australian Army Service Corps. 
Hij was boekhouder voor hij op 10 augustus 1914 in dienst trad. Hij werd ‘Mentioned in Despatches’ voor ‘various acts of conspicuous galantry or valuable service’ tijdens de periode van 24 april tot 5 mei 1915 in Gallipoli. 
Gesneuveld 17 juli 1917, 24 jaar. Plot II Rij C Graf 37.

Lieutenant Edgar George Abbey. 
38th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 17 juli 1917, 25 jaar. Plot II Rij C Graf 26.

Corporal Frederick Harold Sahr. 
Service number 6087. 37th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Hij trad in april 1916 in dienst. Eerst als deel van de ‘19h Reinforcements to the 7th Battalion’ om dan later te worden over geplaatst naar het 37h Battalion in augustus 1916. In augustus 1917 werd hij gepromoveerd tot Corporal. Volgens zijn ‘Red Cross Wounded and Missing file’ Stond hij binnen zijn Bataljon gekend voor zijn ‘particularly bright disposition’. Hij zocht dekking in een loopgraaf tijdens de ’Slag om Mesen’ toen een hoog explosieve bom niet ver van hem insloeg. Hij was op slag dood. Gesneuveld op 18 juli 1917. Hij werd 20 jaar. Plot II Rij C Graf 21.  

Private Charles Sinclair. 
Service number 552. 35th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 18 juli 1917, 23 jaar. Plot II Rij C Graf 20. 

Private Stanley Fransham. 
Service number 20984. New Zealand Machine Gun Corps. 
Op de foto samen met zijn broer Raymond en zijn moeder Sarah Edna Legg. 
Gesneuveld 7 juni 1917, 19 jaar. Plot II Rij A Graf 30.
Hoewel het nog maar half middag was begon het toch steeds frisser en frisser te worden. Het magere zonnetje dat al sinds deze ochtend had geschenen begon zich ook achter grijze wolken te verstoppen.
We namen onze pipes en speelden Flower of Scotland gevolgd door Amazing Grace terwijl Patrick en Daphné foto's namen. Direct na het spelen van de tunes werd de groepsfoto genomen waarna Kurt de pipes terug op de stenen bank ging leggen. Monique, Daphné en Patrick stonden aandachtig te luisteren naar Stuart die hen uitleg stond te geven over dingen die we hadden tegengekomen op de reeds gereden trips. Kort daarna werd het PRWWI kruisje plechtig neer geplant bij het Cross of Sacrifice waarna we het bezoekersregister gingen invullen dat laatst was ingevuld op 16 november 2014 door de  Familie Styles uit Northamptonshire (UK). Na het ondertekenen van het register werd alles in geladen en vertrokken we om 14u35 richting Wulvergem Churchyard waar we de laatste WWI begraafplaats zouden vinden voor vandaag.














Een kleine rit van een drie minuten bracht ons op de parking naast de kerk in Wulvergem. We parkeerden er in de buurt van het trapje dat ons toegang zou geven tot de begraafplaats die rond de kerk lag. Net boven aan het trapje stond het bekende CWGC-bordje waarop te lezen stond dat deze begraafplaats oorlogsgraven van het Gemenebest bevatte met net ernaast 2 graven waarop te lezen stond; Known Unto God, wat ons liet weten dat dit twee onbekende militairen waren. We gingen langs de kerk naar rechts en op de uiterste hoek van de gegraafplaats troffen we 38 slachtoffers uit het Verenigd Koninkrijk aan, waarvan er 6 niet geïdentificeerd konden worden.




Het dorp Wulvergem lag nagenoeg de ganse oorlog vlak tegen de frontlijn. Het kerkhof van Wulvergem werd door Britse eenheden gebruikt van november 1914 tot april 1915. Tegen februari 1915 stonden maar 2 huizen meer recht in Wulvergem. De kerk raakte tijdens de oorlog volledig vernietigd en werd in 1925 herbouwd. Ook 23 Britse graven gingen verloren door het oorlogsgeweld. Zij worden nu herdacht met 12 'special memorials'. Corporal George H. Povey (1st Cheshires, 15th Brigade, 5th Division) vluchtte op 28 januari 1915 van zijn post nabij Wulvergem, samen met 4 andere militairen. De militairen werden gevangen genomen voor hun desertie. Corporal Povey werd geëxecuteerd op 11 februari 1915. Na de oorlog kon zijn graf evenwel niet meer teruggevonden worden. Hij wordt nu herdacht op de Menenpoort. De Duitsers lanceerden in de omgeving van Wulvergem een gasaanval op 30 april 1916, toen de '2nd Leinsters' (73rd Brigade, 24th Division) hier de sector bezetten. De aanval was voor de Duitsers weinig succesvol. Het dorp Wulvergem was op 14 april 1918, tijdens het Duitse Lente-Offensief, in Duitse handen gevallen. Pas op 2 september 1918 zou het dorp opnieuw veroverd kunnen worden door de '30th Division'.








Private Thomas Holmes. Service number 3/7580. 2nd Bn. East Yorkshire Regiment. 
Na zijn legerdienst gedaan te hebben in 1907 werd Thomas terug opgeroepen in augustus 1914. Hij vervoegde zich terug bij zijn vroegere regiment en vertrok richt Frankrijk op 26 december 1914. Hij werd kort terug naar huis gestuurd om te herstellen van een long aandoening en keerde op 11 maart 1915 terug naar het front. 
Twaalf dagen nadien sneuvelde hij, 23 maart 1915, ten gevolge van een kogel die hem meteen doodde. Hij werd 37 jaar en liet een vrouw en drie kinderen na. Zijn graf ging verloren tijdens latere gevechten en hij word herdacht samen met Private F Cook. Service number 1707. 3rd Bn. Monmouthshire Regiment. Gesneuveld 27 maart 1915. Special Memorial 8.

We namen enkele foto's van de graven waarvan verschillende 2 namen hadden in dit kleine plot waarna we onze pipes opnamen en ons klaar maakten om onze tunes te spelen. Niet veel later toen we aan het eind van Flower of Scotland waren gekomen liet Daphné weten dat we gezien waren, m.a.w. enkele mensen stonden te kijken of moesten ineens de was buiten hangen waarbij er steeds meer en meer volk kwam helpen om die klus te klaren. We vonden het allemaal wel een beetje grappig. Na Amazing Grace dat ook door de dorpskern galmde plaatsten we het PRWWI kruisje op de hoek van dit kleine plot maar stonden ook in gedachte stil bij de 2 onbekende militairen die een beetje verder bij het trapje begraven liggen. Kort na het nemen van de groepsfoto vielen de eerste regendruppels om stipt 15u00. Het was de moeite niet om over uit te wijden want tegen de tijd dat we op weg waren naar de auto was het al gedaan. Zelfs het stof was niet geblust. 










Bij de auto aangekomen zei Stuart tegen Daphné en Monique dat Patrick de gewoonte had om na een trip te trakteren met een glas whisky. Daphné en Monique bedankten en lieten weten dat ze huiswaarts gingen rijden. We namen afscheid en niet veel later verdwenen zij achter de horizon op weg naar huis. Patrick was ondertussen reeds bij onze wagen met zijn fles en schonk de glazen in. We toasten op de mooie en aangename rit van vandaag en praten nog wat na.




Hoewel het toch nog een net iets andere dag was als de dag ervoor toen we Trip 26 reden was alles ook veel rustiger, relaxed maar toch ook vermoeiend want twee dagen na elkaar op pad is niet niks. We waren beiden het erover eens, het was terug een mooie en aangename dag geweest dat zeker voor herhaling vatbaar was. Daphné, Monique en Patrick, bedankt voor de foto's en af en toe eens op het knopje te duwen van onze camera en hopelijk tot een volgende keer.

Groeten en tot later

Stuart en Kurt